ROMANTISCH STADSTUINTJE
Ik kom al driekwart jaar elke week bij een oude ex-danser van het Nederlands Danstheater (o.a.) op bezoek, in een van de straatjes van de rosse buurt. Hij kan nog net van zijn stoel naar de WC lopen en terug, en ‘s-avonds een eenvoudig potje koken. Dat moet dan snel gebeuren want hij kan bijna niet meer staan.
Het is bepaald geen opgave voor mij om naar hem toe te gaan want hij is erg onderhoudend en zit vol met annekedotes uit zijn danscarriere, en trouwens ook uit de tijd daarvoor. Maar ondanks dat wil hij gewoon dood. Hij heeft het gehad, maar hij weet net als ik dat zelfmoord, of euthanasie, vanuit spiritueel opzicht niet wenselijk is, dus dat is geen optie.
Hij ziet bijna niemand buiten de hulpverlening om, al heeft hij één erg goede dansvriend, dus hij is ontzettend blij dat ik wekelijks kom koffiedrinken.
Na verloop van tijd keek ik eens door de toevallig openstaande achterdeur naar buiten en ontwaardde ik een enorme klimop-massa. Dat was zijn tuintje geweest, en vanaf dat moment was ik verkocht. Ik ben begonnen op strategische plekken de klimop weg te knippen, en tot mijn verbazing kwam er een binnenplaatsje met tegels tevoorschijn, en enkele armetierige overblijfsels van oude planten.
Daarna heb ik er van alles ingezet, van overschotten uit mijn eigen tuin tot op de Bloemensingel gekochte planten tot bij het vuilnis gevonden bakken. Ik heb hetzelfde gedaan als bij die van mij toen ik die kreeg: het wilde karakter behouden maar hem wel getemd. Zo heb ik b.v. de scheve ladder tegen de muur gewoon scheef laten staan.
Verdere bizonderheden staan bij elke foto.
groetjes
rené
Dit plaatsje kwam dus onder de klimop vandaan, ik had zelfs geen vermoeden dat het er onder zat.
Het trapje kan de oude danser niet meer af, maar hij zit tegenwoordig vaak op zijn rollator naar buiten te kijken en hij geniet. Ik hoorde hem laatst zeggen dat hij benieuwd was naar de volgende lente, en dat gaf me een uitermate warm gevoel.
Het grindpaadje in de verte vond hij een vondst van jewelste. Het is een soort “trompe l’oeil” (altijd gedacht dat het “trompe d’oeil” was), het lijkt of het naar een gracht verderop leidt, voor hem aanleiding voor vele fantasieën. Het grind komt van het platte dak van een kerkgenootschap.
De witte steentjes aan de rechterkant kwamen ook onder de klimop vandaan: daar ligt zijn lievelingskat begraven.
De witte vlinderstruik is uit mijn tuin, daar zelf vorig jaar als takje in de grond gestoken en nu hier op de wallen al in bloei gekomen, bijna een wonder. Nu de vlinders nog.
Deze foto plaats ik omdat hierop een passiebloem te zien is. Het is de tweede poging, en deze slaat aan. De danser had n.l. verteld dat vroeger zijn hele tuin overdekt was met passiebloemen, maar dat iemand gif op de wortels had gegooid omdat het overal woekerde, vooral tegen het huis van de gifmengster. Ze heeft daar later haar excuses nog voor aangeboden. Zwaar Christelijk was ze ook, vandaar die wroeging waarschijnlijk. Op die plaats had ik de eerste geplant, met nieuwe aarde, maar de grond was nog steeds te giftig waarschijnlijk.
Er stond in zijn tuin vroeger een muurtje, maar dat is ter ziele gegaan omdat de tuin een tijdje in gebruik is geweest als opslagruimte bij de renovatie van een belendend pand. Ik vind allerlei bakstenen en stapel ze op om recht te doen aan de geschiedenis.
Overigens zijn op deze foto de bladeren van een muurbloempje te zien, die doet het erg goed, net zoals alles wat ik er neerzet (met uitzondering van de eerste passiebloem). Het groeit hier allemaal beter dan in mijn eigen tuin, tot mijn stomme verbazing, want de grond bestaat voornamelijk uit bakstenen en bouwzand.