REFUSE THE HOUR: WILLIAM KENTRIDGE

Foto René Louman

Vanavond gezien, een van de leukste voorstellingen van de laatste jaren. Toen ik het vanmiddag in de krant las dacht ik meteen: daar moet ik naartoe. Ik ben heel erg met TIJD bezig, en daar gaat de voorstelling over. Behalve de filosofische bespiegelingen van Kentridge was de vormgeving uitermate sprankelend: drie zangeressen, een zwarte van giga-proporties en twee graatmagere blanke, een kleine zwarte danseres en een hele kleine grappige zwarte acteur met een prachtige hoge zangstem en een heel orkest met allerlei buitenissige instrumenten. Allerlei Tinguely-achtige decorstukken, zoals een hoog opgehangen automatisch drum-instrumentarium en veel in zijn studio opgenomen filmbeelden.

Ik heb altijd naar 2012 uitgekeken, wilde dat persé meemaken, vanwege het einde van de Maya-kalender dat door sommigen uitgelegd wordt als het einde van de TIJD, niet het einde der tijden. Ik voel erg het relatieve van tijd en probeer dat eerder als een bevrijding te zien, wat het in werkelijkheid ook is, dan als een aanslag op de vastgeroeste zekerheden. Ook de daarmee gepaard gaande losser wordende grip op de materie, wat je alom ziet gebeuren, ervaar ik als een welkom aspect daarvan. Dat betekent dat ik vanuit dat licht bezien veel dingen goed kan hebben en sommige zaken niet als “raar” ervaar. B.v. als mijn moeder zegt dat ze de kleren van mijn vader heeft klaargelegd voor zijn begrafenis terwijl hij al gecremeerd is: op de een of andere manier is daar dan de zwaarte af voor mij. Ik krijg steeds meer affiniteit met de gedachte dat alles er altijd is, dat tijd a.h.w. is ontstaan omdat wij het totale plaatje hebben verloren.

Hoe losser je van tijd en materie komt, hoe beter de intuïtie zijn gang kan gaan. Daar had JanJaap van der Wal het zaterdag over in zijn gratis voorstelling in het Vondelpark: hoe belangrijk intuïtie is. Hij deed dat aan de hand van het verhaal van het Köln-concert van Keith Jarret. Hoe dat concert tot stand kwam: welke rol intuïtie daarbij speelde. En hoe dat soort zaken op de achtergrond raken, waarbij ik dan denk: het feit dat JIJ het er over hebt betekent dat het NIET op de achtergrond, maar juist op de voorgrond raakt. De krampachtigheid van het vasthouden aan het tegendeel is wel manifest tegenwoordig, maar ook het bijna wanhopige mislukkingsgevoel er achter.

Kentridge zegt dat hij werkt vanuit een impuls: een beeld of geluid dat spontaan in hem opkomt en waarmee hij dan verder gaat. Ik ging vanavond na de voorstelling, euforisch nog, naar de kroeg en kwam daar een jongen tegen die ik het verhaal vertelde: hij bleek pianostemmer en ontzettend veel van Keith Jarret te weten, had alles van hem. En hij vertelde als aanvulling iets wat ik werkelijk in dit verband geweldig vond: de eerste noten die hij speelde was de tune van het operagebouw in Keulen waarmee het begin van de voorstelling wordt aangekondigd, dus waarmee de mensen naar hun plaatsen worden gemaand ( ik weet even de term niet, pauze-dingdong??). Die tune werd het thema van het hele concert. Hij vertelde dat als je de CD erg hard zet je het gelach van het publiek kan horen. Dat ga ik zo even checken. Dat deed ik dus net pas, één dag later, EN HET KLOPT!!!Heb je die CD een paar duizend keer gedraaid…………..maar ja, je moet hem wel héél hard zetten om het te horen, maar dan is het ook wél overduidelijk.

Groeten

René