MANCHU PICCHU

Foto René Louman

Vandaag precies tien jaar geleden stapte ik in het vliegtuig in Santa Cruz, Bolivia, om na een vakantie van 5 weken in dat land en Peru weer naar huis te vliegen. Het was de meest indrukwekkende reis van mijn leven, ik teer er nog steeds op.

Het ook bijna letterlijke hoogtepunt was de kennismaking met Manchu Picchu in Peru. We waren uit de voormalige Inca-hoofdstad Cusco per trein richting Manchu Picchu vertrokken om halverwege uit te stappen en via twee dagen klimmen en dalen door het regenwoud-gebergte te voet MP te bereiken. We werden letterlijk midden in de bushbush afgezet, geen station of niks, samen met nog drie andere toeristen. Er stond wel een wachtershuisje waar je moest betalen aan het begin van de trail.

Na een uur of zes tot acht door regen en mist gelopen te hebben kwamen we ‘s-middags in een soort jeugdherberg aan, middenin het regenwoud dus. De bedoeling was om daar te overnachten en dan de volgende dag het laatste kleine stukje naar MP te doen, zodat je daar vroeg was, vóór toeristen die met de trein (en laatste stukje bus) kwamen. Maar hoe ze het voor elkaar gekregen hadden weet ik niet, maar midden door het regenwoud-gebergte liep een electriciteitsmast, en die jeugdherberg hadden ze daar precies onder gebouwd. Gelukkig was Theo, mijn metgezel, zo invoelend dat hij begreep dat ik daar absoluuut niet wilde slapen, dus dat we maar verder moesten lopen. Dat deden we dus en daar hebben we geen spijt van gehad.

Want toen we om 5 uur aankwamen trok de mist op en zagen we vanaf de hoogte het onvergetelijke schouwspel dat u op foto 1 ziet, de Manchu Picchu.

Toen we daar tenslotte waren hoorden we dat de laatste bus naar beneden bijna vertrok, maar we besloten toch te blijven en dan maar desnoods te lopen naar beneden, waar in Aquas Calientes de betaalbare hotels waren. De meeste toeristen waren al weg, maar twee mannen waren er nog, bezig iets te doen bij de steenrots die je midden op het grote grasveld ziet. Toen wij daar kwamen verdwenen ze.

Maar ik moest natuurlijk naar die steen. Nou, dat leek wel een kerncentrale, wat een kracht zat daarin. Ik ben er op gaan liggen en het vibreerde door mijn hele lichaam. Kennelijk hadden die twee mannen mij gadegeslagen want na enige tijd kwamen ze weer te voorschijn: het bleken Amerikaanse Tolteken te zijn. Westerlingen die het gedachtengoed van de Tolteken aanhingen. Ze leerden me het een en ander over punten die daar met elkaar verbonden waren, een driehoek waarvan die grote steen een van de hoeken vormde. Ik kon het helaas niet navoelen, al voelde ik dus wel de kracht van die steen. Later deden ze nog een ritueeltje bij de zonnetempel waar ik bij mocht zijn.

Na daar een uurtje of zo geweest te zijn kregen we wonder boven wonder toch nog een bus naar beneden. De volgende dag zijn we weer naar boven gegaan, maar omdat we bijna alles al gezien hadden ging Theo de puntberg op die op de eerste foto te zien is, en ik daalde af naar de tempel van de maan. Dat was een intensieve klauterpartij. Halverwege, na een krap uurtje zweten door het hete en vochtige regenwoud, kwam ik een zwaar hijgende, paniekerige Japanse toeriste tegen die het niet gehaald had en weer terug aan het gaan was. Dat was het enige levende wezen dat ik gedurende de hele tocht gezien heb.

Maar toen ik uiteindelijk mijn doel bereikte was de beloning groot: de tempel bleek een overhangend rotsgewelf met een paar stenen “gebouwtjes” en een uitgehakt altaartje, waar een mais- en kruidenmengsel op lag als offer aan de goden, dus het was nog in gebruik. Niet alleen was het van een eenzame schoonheid, ik vond ook weer zo’n krachtplek. Dat hadden mensen vóór mij ook al ontdekt, want er lagen drie stenen op elkaar zodat je er makkelijk op kon zitten, wat ik ook deed.

En toen heb ik DE EENHEID gevoeld, de eenheid met de kosmos.

groetjes
rené

Me en de Tolteken.
Foto René Louman

Het pad naar de tempel van de maan
Foto René Louman

De tempel van de maan.
Foto René Louman

Uitzicht vanuit de tempel van de maan.
Foto René Louman