MAN ALLEEN
Toen ik deze man zag moest ik onmiddellijk denken aan een gedicht dat ik ooit gemaakt heb. Ik kon het zowaar nog vinden ook en ik plaats het hieronder. Een van de allerergste dingen die een man alleen kan meemaken is het kwijtraken van zijn sleutels, en daar gaat dit gedicht dan ook over.
SLEUTELS
een man alleen op weg naar huis
teleurgesteld, melancholiek
zijn kop nog vol cafégedruis
weg alle romantiek
verlangend naar zijn brede bed
(op gasten is gerekend)
gaat hij zijn weg met wankele tred
de kraag op want het regent
daar nadert hij het geliefde pand
nog even en zijn katten
geven kopjes aan zijn hand
dat zijn pas echte schatten
teleurgesteld, melancholiek
zijn kop nog vol cafégedruis
weg alle romantiek
verlangend naar zijn brede bed
(op gasten is gerekend)
gaat hij zijn weg met wankele tred
de kraag op want het regent
daar nadert hij het geliefde pand
nog even en zijn katten
geven kopjes aan zijn hand
dat zijn pas echte schatten
eindelijk is hij bij zijn deur
hij wil zijn sleutels pakken
hij zoekt en zoekt en krijgt een kleur
hij vindt slechts lege zakken
hij moet de lange weg terug
al speurend in de regen
gespannen blik, gekromde rug
slechts dronkaards komt hij tegen
tot bij het café, nog niks gevonden
wat moet hij nu beginnen
hij aarzelt lang, of zijn het seconden
dan stapt hij bang naar binnen
en ja hoor, alle blikken richten zich
op deze late gast
die naar een tafel loopt, zich bukt
en tussen voeten tast
de grappen zijn niet van de lucht
zijn kop wordt langzaam rood
zijn handen beven, in deze droeve klucht
denkt hij: was ik maar dood
hij hoopt daar onder tafel
dat degeen die hij aanbidt
is weggegaan voor hij binnen kwam
niet ziet hoe het hem tegen zit
hij weet niet waarvandaan exact
maar uit zijn eigen jas
valt nu zijn sleutelbos, hij is geknakt
hij wil zijn sleutels pakken
hij zoekt en zoekt en krijgt een kleur
hij vindt slechts lege zakken
hij moet de lange weg terug
al speurend in de regen
gespannen blik, gekromde rug
slechts dronkaards komt hij tegen
tot bij het café, nog niks gevonden
wat moet hij nu beginnen
hij aarzelt lang, of zijn het seconden
dan stapt hij bang naar binnen
en ja hoor, alle blikken richten zich
op deze late gast
die naar een tafel loopt, zich bukt
en tussen voeten tast
de grappen zijn niet van de lucht
zijn kop wordt langzaam rood
zijn handen beven, in deze droeve klucht
denkt hij: was ik maar dood
hij hoopt daar onder tafel
dat degeen die hij aanbidt
is weggegaan voor hij binnen kwam
niet ziet hoe het hem tegen zit
hij weet niet waarvandaan exact
maar uit zijn eigen jas
valt nu zijn sleutelbos, hij is geknakt
hij wou even, dat hij een hondje was
Viktor Loman
PS: ook deze foto is van woensdag 8 augustus.