DE ZWARTE PANTER KEEK MIJ AAN
EN IK WAS BLIJ EN DROEVIG
blij
omdat ik hem dáár zag
en niet in mijn tuin
maar in de tuin der dieren
droevig
omdat ik hem dáár zag
en niet in de natuur
maar in de tuin der dieren
dat ik hem zag in de kunstmatigheid
van Artis
Ik zag het aan de blik
waarmee hij me aankeek
dat hij mij zag als zijn kwelgeest
sterker door het vernuft en de techniek
onderworpen
versluimerde kracht
maar ik zag het vooral
toen zijn blik viel op een kind
de ogen plots alert
dát was een haalbare prooi
de zwakste van de kudde
de natuurlijke impuls
niet tot daden omgezet
door het ingesleten besef van tralies
en de aanwezigheid van kwelgeesten
Groeten
René

