dag 122 (22 april) Hond?
Ik heb nog nooit een hond met zoveel uitdrukking naar zijn baasje zien kijken. Het is een blik van begrip, van compassie met iemand waarbij de ouderdom aan het toeslaan is. Hij weet dat baasman moeite met lopen heeft en dat hij daarom zeker niet aan de riem moet trekken, af en toe zelfs even moet wachten. Gaat het nog ouwe, lijkt hij te denken.
Zelf is hij ook de jongste niet meer, maar hij is nog wel beter ter been, zodat hij van nature geneigd is wat sneller te gaan. Bovendien heeft hij vier benen, dat scheelt natuurlijk sowieso de helft. Je zou inderdaad zeggen dat deze hond benen heeft, zo menselijk is hij geworden. Ik heb wel eens gehoord dat als de evolutie een ferme stap maakt, 2012 al misschien ( moet je voor de grap eens op google intikken), en wij op een hoger bestaansniveau terecht komen, dat dat ook voor het dierenrijk geldt: de vergevorderde dieren zoals honden, paarden en dolfijnen zouden dan op mensenniveau komen. Deze hond is er al bijna. Ik denk dat ze elkaar al heel lang kennen, zoveel begrip voor elkaar bouw je natuurlijk niet één twee drie op.
Ik realiseer me nu dat ik vroeger een gruwelijke hekel had aan honden en kinderen, maar dat is helemaal voorbij. Mijn buurvrouw had aangekondigd dat ze een hond zou nemen, een niet blaffende, zei ze erbij. Ik weet niet of het door dat laatste kwam, maar ik verheugde me er echt op. Na drie dagen, ik had hem nog niet eens gezien, heeft ze hem weer teruggebracht: het was geen hond voor op een flatje, meer een speelse boerderijhond. Eigenlijk vind ik dat dieren buiten moeten kunnen en inderdaad niet in een stad thuishoren. Van de andere kant: de mens is er ook aan gewend geraakt; hoewel ik moet zeggen dat als ik geen tuin had ik het hier niet uit zou houden.
Het zou toch lenteren vandaag, ik zie er niks van.
Groetekens, viktor